Gereden: Ford Focus RS500
21 juni 2010
Wellicht waren ze er echt. Mensen die de 305 pk van de Focus RS maar
zozo vonden. Ford nam het zekere voor het onzekere en komt nog even met
een laatste donderslag van de huidige generatie Focus: de RS500 met 350
pk. Wij joegen hem zowel over de baan in Zandvoort als een met zand
bezaaide wildernis.

De auto mag dan wel 62 mille kosten, de tien stuks die voor Nederland
bestemd zijn, zijn al lang en breed verkocht. Je weet als koper in ieder
geval zeker dat je een zeldzame auto in je bezit krijgt: zoals de
typeaanduiding al aangeeft, worden er maar vijfhonderd stuks van deze
Ford geproduceerd. Wij hadden nummer 9 onder onze hoede.
De RS500 wordt standaard zwart gespoten, waarna hij met matzwart folie
beplakt wordt. Rood stiksel in onder meer het stuurwiel is eveneens
voorbehouden aan de RS500. De motor-upgrade is meer dan een simpele
softwarewijziging. De vijfcilinder heeft een grotere intercooler, een
andere uitlaat en een beter luchtfilter. Vervolgens werd de turbodruk
opgeschroefd om de 350 pk te bereiken. Het onderstel is trouwens niet
volledig met rust gelaten, Ford heeft de vering een iets scherpere
afstelling gegeven.

Verschil
Je moet deze RS500 en de ‘gewone’ RS echter na elkaar rijden om het
verschil te merken. Al dat vermogen is niet meteen beschikbaar. Eerste
hoor je enkel het geroffel van de vijfcilinder, dan begint de turbo zich
vanaf 2.500 tpm met gejank op de laden en om vervolgens vanaf 3.500 een
enorme duw in je rug te geven. De Ford is in dit middengebied van de
toeren ongelooflijk snel. Laat je je gas los, dan volgt er gebulder uit
de uitlaat en gesis en geblaas van de motor. Anoniem is het zeker niet.
Maar overdrijft Ford niet een beetje? 300 pk op de voorwielen is al
extreem, dit is helemaal van de gekke. Toch?
Nee dus. Nou ja, op de sprint is het een hels karwei de RS goed van zijn
plek te krijgen omdat de wielen blijven doorslaan als je in het goede
toerengebied wilt komen. Maar bij het betere bochtenwerk weet het rubber
bijzonder goed raad met al die pk’s. Sowieso is de turn-in van de Focus
ongelooflijk goed. Zeker op Zandvoort, gezien het feit dat de meeste
hothatches op het circuit altijd meer last hebben van onderstuur dan je
gezien zijn gedrag op straat zou vermoeden.

Nauwelijks onderstuur
Niets van dat in de Focus. We komen met onvoorstelbaar veel snelheid het
Scheivlak uit denderen en positioneren ons voor de Marlboro-bocht.
Normaal is het is dit soort auto’s voorzichtig zoeken naar grip zodat je
weet wanneer je op je gas kan. Maar de Focus draait na het insturen
meteen hard naar binnen waarna je voelt dat de kont naar buiten wil.
Ford heeft de vering hier duidelijk bewust wat zachter gehouden, het
binnenste achterwiel komt graag los van de grond. Klein beetje
tegensturen en je kunt de neus uitstekend sturen met je gas.

Je gaspedaal volledig loslaten om een mooie drift neer te zetten kan
ook. De Ford doet het op dit punt bijvoorbeeld nog beter dan het
stuurmonster Mégane RS (die natuurlijk wel de helft goedkoper is).
Vervolgens kan je behoedzaam op het gas waarna de voorwielen zich
vastbijten in het asfalt en de vijfcilinder een heerlijke dreun laat
horen. Geholpen door zijn mechanische sper blijft je mooi in je lijn.
Juist omdat je zo hard door de bocht kunt, neem je nog eens extra
snelheid mee het rechte stuk op nog vóór je het gigantische
vermogenpotentieel volledig hebt kunnen benutten.

De combinatie van die twee zaken maakt dat de RS500 grote afstand neemt
van auto’s als de Scirocco R, Golf R en de Mégane RS. Maar hoe zit dat
met een Subaru WRX STi? Later deze week nemen deze twee monsters het
tegen elkaar op in een video op autoweek.tv, houd de site in de gaten!
Bron |
Autoweek |
Tekst: Roy Kleijwegt | Foto's: Raymond de Haan
terug naar RS overzicht
terug
naar begin |